Na de bruiloft van Franse vrienden vertrekken we met de hele familie naar het familiehuisje aan de Franse westkust. Het huis staat in Batz-sur-Mer, of in het Bretons Bourc’h-Bazln, in de regio van Pays de la Loire. We verblijven een aantal dagen in dit rustige dorpje met idyllisch strand terwijl het bruidspaar bijkomt van de intense dagen gedurende de bruiloft. We genieten deze dagen vooral. We zwemmen, drinken Franse wijn, zoeken (en eten) oesters en spelen spelletjes. Zo komen we de vakantie wel door.
Op de fiets rijden we langs de uitgestrekte zoutvelden om de omgeving te zien. We stappen af om te kijken hoe de zoutwinning in zijn werk gaat. Er zijn twee resultaten: gros sel en het kostbare fleur de sel. Het valt me vooral op wat een tijdrovend karwei het is, zout winnen. Indampen, wachten en zuiveren. Met netten wordt handmatig de bovenste laag zout van het water gevist, het fijne zout wat als fleur de sel verkocht wordt. De grovere korrels, gros sel, zinken naar de bodem. Wanneer het regent, kan het wachten weer van voorafgaan beginnen. In het verleden was zout zo´n geliefd product dat het als betaalmiddel werd gebruikt. Deze week lees ik meer over Batz sur Mer in het boek Salt: a world history, en ik denk weer terug aan de zomerdagen in deze rustige badplaats.
Ik zie het helemaal voor me, klinkt heerlijk 🙂
Vooral in deze grijze winter is zo’n zonnig beeld wel fijn, niet?
Oh wauw! Wat klinkt dat heerlijk, dromerig en fijn allemaal. De noord-Franse kust gaat weer een stukje hoger op mijn verlanglijst.
Begrijpelijk, Bretagne heeft fijne dorpjes!
ah heimwee! Als kind gingen we elk jaar met mijn ouders op vakantie naar Frankrijk en bleven dan meestal in Bretagne hangen. Zo’n fijne streek! Heerlijk die zonnige beelden… Krijg meteen zin om te gaan!
Zeker Simone, geen verkeerde streek om te blijven hangen 🙂