Samen met Fernando doe ik mee aan een tocht door de bergen in Transylvanië. Fernando rent de 100 km, ik doe mee aan de ‘kidsrun’ van 20 km met 2000 hoogtemeters. Uiteindelijk ren ik 25 kilometer. De juiste weg volgen is nooit mijn sterkste punt geweest.
Om 9 uur in de ochtend beginnen we aan de loop, onderaan het kasteel van Dracula in Bran. We zijn de laatste groep die mag starten; Fernando is die ochtend om 5 uur al vertrokken. Na een vlakke kilometer door het dorp beginnen we aan de klim. Samen met een aantal Roemenen beklim ik de bergweggetjes. We gaan langzaam, maar dat deert niet. Des te meer tijd om te genieten van de omgeving. Wanneer we boven aankomen nemen we een korte drink- en eetpauze. Het begint te waaien dus we besluiten snel door te gaan. Stap voor stap, puf voor puf, de weg omhoog.
Het afdalen gaat gelukkig sneller. Over stenen, rotsen, boomstronken, door beken en kreken. Het gaat me iets te snel en ik realiseer me al een tijdje geen groen lint meer gezien te hebben. Ik besluit terug omhoog te gaan om zeker te zijn niet de verkeerde afslag te hebben genomen. Dat blijkt een goed idee te zijn – ik heb een bordje gemist. Samen met een Engels meisje die ik bij het ontbijt heb ontmoet vervolg ik de weg. Ze heeft de bergen onderschat en ik probeer haar te motiveren om door te rennen tot de drinkpost. Ik loop met haar mee tot de drinkpost, dan begin ik weer wat tempo te krijgen. Het begint te regenen, en al gauw ren ik in de rivierstromen naar beneden. Af en toe verminder ik het tempo wanneer ik merk dat het te glad wordt.
Ik passeer een boer met een gevaarlijk gereedschap op zijn schouder. Hij probeert me iets te vertellen, maar ik snap er natuurlijk niets van. Na een paar minuten gebaar ik dat ik verder ga rennen. Ik krijg een tandeloze lach terug.
Wanneer het kasteel in zicht komt zie ik een asfaltweg. Dat was het dan. Of toch niet. Het pad brengt me omhoog, waarna we over modderige heuvels weer naar beneden moeten glijden. Zul je net zien dat ik vol Na ruim zes uur kom ik over de finish. Na een bordje warme pasta wacht ik op de mensen waarmee ik de laatste kilometers heb gelopen. Even napraten over de mooie loop door Transylvanie. En de beren in het bos zijn we niet tegengekomen.
Pittig hoor om zo’n stuk te moeten rennen! En dan ook nog eens 5 kilometer extra. Pfft… Ook geen vampieren tegen gekomen? 😉