In juli 2012 heb ik bijna twee weken doorgebracht in Bretagne. Ik at er verse oesters en mosselen, ik dronk appelcider en wijn, en verwonderde me over de pittoreske dorpjes en steden met verrassend weinig toeristen. Bij aankomst werd een hotel of bed & breakfast uitgezocht en nooit waren de slaapplaatsen volgeboekt. De laatste stop voor de terugkeer naar Nederland was Saint Malo, een havenstad aan de noordkust van Bretagne. Een hele mooie havenstad welteverstaan, omringd door stadsmuren.
Het tij is sterk in deze streek; het ene moment zie je een kilometers lang strand vanaf de stadsmuren, een aantal uur later is het strand onder de zee verdwenen en klokt het water tegen de stadsmuren aan. De sprinkplank, eerder nog een verdwaald uitziend object midden op het strand, wordt later druk bezocht door jongeren die salto’s maken in het water. De oude gevangenis is bij eb te bereiken per voet, dus blijf er vooral niet te lang wil je niet vastzitten voor de komende zes uur.
Saint Malo is ommuurd sinds 1200, maar de stad werd pas in de 17e en 18e eeuw een belangrijke haven. In deze tijd werden piraten ingezet vanuit Frankrijk om de dreigende stroom van Engelsen aan te kunnen. Tegenwoordig wordt de dagelijkse stroom van Engelse toeristen, die met de boot aankomen, hartelijk verwelkomt. Na een dagje onder de zon van Bretagne ook wel te herkennen aan hun rode kleur.
De stad leent zich goed voor een fijne wandeling. Binnen de muren bevinden zich nauwe straatjes, pleinen met straatmuzikanten en een ruime keuze aan restaurantjes. De stadsmuren zelf zijn ook een beklimming waard, en volg je de wandeling over de muren dan ben je gauw twee kilometer verder. Een groot deel van de stad is verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar de stad is grotendeels gereconstrueerd in zijn oude stijl.
Tips:
– De stad zelf is niet al te groot, en goed te bekijken in één dag. Toch is het een fijne uitvalsbasis voor een aantal nachten, vanaf Saint Malo kun je makkelijk dagtripjes maken naar dorpen of steden in de buurt, zoals bijvoorbeeld Mont Saint Michel, waar je vanwege de prijs en drukte liever niet wilt slapen.
– Als je van schaal- en schelpdieren houdt ben je hier op de goede plek. Oesters, mosselen, krukels en Sint Jacques schelpen: alles is vers en heerlijk. Als kleindochter van een mosselvisser lik ik hier natuurlijk mijn vingers bij af.
– Aangezien de stad redelijk druk met (Engelse) toeristen kan zijn: ga voor je ontbijt voor een ochtendwandeling of loop een rondje hard. Op de dag van vertrek stonden we om 7 uur ’s ochtends buiten ons hotel om de stad te zien ontwaken. Op dat moment is de stad nog vrij van toeristen, en in de zomer is het nog lekker fris.
– Voor de aquariumfans: het Grand Aquarium te Sint Malo is één van de grootste aquaria van Frankrijk, waar je heel wat uurtjes zoet bent.
– Binnen de stadsmuren is het lastig een parkeerplaats te vinden. Arriveer óf in de vroege morgen, óf parkeer de auto buiten de muren en loop richting je accommodatie.
– Ga voor een duik in de zee en relax op één van de uitgestrekte stranden, net buiten de stadsmuren. Let wel op het getijde, bij het Office du tourisme kun je de tijden van eb en vloed vinden.