Afgelopen weekend was ik voor de tweede keer een lang weekend in Londen. Als grootste stad van Europa met een doorsnede van ongeveer 50 km is er na twee weekenden nog veel te ontdekken. Een foto-impressie en mijn tips voor Londen.
– Loop, fiets of zit. Het metro netwerk in Londen is uitgebreid en efficiënt, maar ook lopend is de stad makkelijk te doen. Voor het openbaar vervoer koop je een OysterCard voor vijf pond, welke je oplaad in de stations. Bij vertrek lever je de kaart weer in waarna de je borg + het resterend bedrag op de kaart weer terugkrijgt. De metro is niet heel goedkoop, maar de busprijzen zijn redelijk. Voor twee pond heb je een enkeltje met de bus, hoe ver je ook gaat. Als je boven in de dubbeldekker zit heb je net zulk mooi uitzicht als in de toeristische bussen voor minder geld. Neem bijvoorbeeld lijn 11 van Chelsea naar Bank. Voor 2 pond kan je voor korte ritten en in totaal 24 uur gebruik maken van Barclays huurfietsen. Op elke 300 a 500 meter vindt je een docking station.
– Ga naar musea. Londen is duur, maar de gratis musea kunnen dit deels compenseren. De stad heeft veel interessante musea, zoals het Tate Modern (het meest bezochte museum met moderne kunst ter wereld), het British Museum (met een van de meest uitgebreide collecties ter wereld), het Natural History Museum, het Science Museum, de National Gallery, het Imperial War Museum en het Design Museum. (Daarnaast kun je doen alsof ponden euro’s zijn, dan valt het allemaal best mee).
– Eet. Naast veel sfeervolle voedselmarkten zijn er veel cafés en restaurants. Pluspuntje: aan het interieur wordt net zoveel aandacht besteed als aan het eten zelf. Je hoeft nooit lang te zoeken naar een leuk en goed eettentje, en zelfs de ketens zijn vaak goede en betaalbare opties. Omdat Londen zo internationaal is vindt je er elke culinaire school ter wereld. We kwamen zelfs een pannenkoekenhuis tegen genaamd ‘my old dutch’.
– Relax in het park. Londen heeft een uitgebreid aanbod aan groen. In het centrum vindt je het Green Park en het Sint James Park. Het Hyde Park is het grootste park van Londen waar je onder andere kunt paardrijden en kunt varen op het meer. Regent Park heeft een prachtige rozentuin waar tijdens ons weekend verschillende net-getrouwde stellen foto’s lieten maken. Holland Park is wat minder gecultiveerd, maar heeft genoeg speeltuinen en voetbalvelden om je te vermaken. Onze Spaanse vriendin raadde Battersea Park aan voor de zomerse dagen, maar daar zijn we niet aan toegekomen.
– Bezoek een klassieke Londense pub. Hier hoor je als je geluk hebt het Londens dialect, het cockney, en een gemoedelijke sfeer. Na een lange wandeling door de stad is zo’n biertje op het terras erg aangenaam. Het traditionele Engelse bier is donkerder en warmer dan pils. Voorbeelden van leuke pubs zijn Cittie of York, Cross Keys, Salisbury en Lamb and Flag.
– Ga en ontdek. Londen is een diverse en fijne stad om in rond te lopen en er zijn voldoende wijken / parken / restaurantjes waar je vanzelf tegenaan loopt zonder een reisgids te gebruiken. Enjoy!