De weg vinden in het buitenland

Ik heb een niet al te best richtingsgevoel. Mijn vader had – en heeft – daar wel een talent voor. Wanneer we vroeger een bergwandeling in een onbekend gebied in Zwitserland maakten, verbaasde ik me er altijd over hoe hij de auto weer terug kon vinden. Daarnaast ben ik ook geen beste kaartenlezer. Ik kan verdwalen met de kaart in mijn handen. Als je mij een kaart geeft, draai ik de kaart vaak mee naar de richting waar ik loop, zodat ik een betere voorstelling kan maken van waar ik ben. Bovendien is er altijd wel iemand die deze taak op zich wilt nemen.

Natuurlijk zijn er situaties in het buitenland waar ik de weg moet vinden zonder dat er iemand is die beslist waar we heen gaan. Nu moet ik zeggen dat mijn richtingsgevoel verbeterd is toen ik naar Frankrijk verhuisde, aangezien mijn medestudenten op verschillende plekken in de stad woonden. Thuis keek ik op de kaart, sloeg ik wat aanknopingspunten in mijn hoofd op, en kwam ik (steeds vaker) zonder problemen op de plaats van bestemming aan.

En als ik het even niet weet, vraag ik de weg. Iets waar ik vroeger een hekel aan had. Ik was altijd bang dat de persoon in kwestie zou zeggen: ‘Waar wil je heen?! Ach meisje toch, je bent niet eens in de buurt…’. In Nara was ik na een rondje hardlopen iets te ver afgeweken van de hoofdroute, waardoor ik uiteindelijk geen idee meer had waar ik me bevond. Toen duidelijk werd dat ik de weg zelf niet ging vinden, vroeg ik een voorbijganger naar het treinstation. De jongeman sprak echter geen Engels, waardoor ik op een gegeven moment treingeluiden zodat hij mij de juiste weg kon wijzen. Zover ben ik over mijn gene heen. Hier in Brussel – met 30 procent buitenlanders – is mijn enige vraag in welke taal ik moet beginnen.

Met of zonder hulp van anderen, uiteindelijk vind ik mijn weg wel.

2 Replies to “De weg vinden in het buitenland”

  1. Ik wilde je laten weten dat ik je blog heel leuk vindt om te lezen. Ben zelf onlangs ook van Nederland naar Brussel verhuist, dat is ook hoe ik op je blog terecht ben gekomen.

    Dat probleem met in welke taal je moet beginnen te praten, is mij inmiddels ook gewoon geworden. Ik begin tegenwoordig in het Frans of Engels om niet af te schrikken met mijn Rotterdamse accent ;).

    1. Ester de Koning zegt: Beantwoorden

      Ha Yael, wat een leuk compliment, dankje! En welkom in Brussel, natuurlijk.

      Haha ja, meestal zit je met Frans of Engels wel goed. Ik begin in officiële instanties vaak in het Nederlands, maar het Nederlands wat sommige ambtenaren proberen te spreken kan ik vaak zelfs met moeite niet verstaan. Dan is switchen naar het Frans wel zo makkelijk!

Laat een reactie achter op Ester de Koning Reactie annuleren